de
kapper
19
Verbetering van het onderwijs is
een speerpunt in het ANKO-beleid
en begin dit jaar heeft de orga-
nisatie het Convenant Versterking
Kappersonderwijs ondertekend.
Kunnen jullie aangeven wat de
inhoudelijke kern van dit convenant
is?
“Het doel hiervan is om de kwaliteit
van docenten een krachtige impuls
te geven, wat ook een positief effect
zal hebben op de verhouding tussen
leerbedrijven en leerlingen. In de
praktijk komt het erop neer dat de
docenten van kappersscholen een
professionele update krijgen met
trainingen en cursussen. Doordat zij
hun werk beter kunnen doen, zul-
len leerlingen beter zijn voorbereid
op het werken bij een leerbedrijf
waardoor de stageperiode optimaal
benut kan worden en de leerling
na afronding van zijn of haar oplei-
ding echt klaar is voor de praktijk.
Verder heeft het convenant ertoe
geleid dat de sociale partners in
de kappersbranche en het scholen-
veld weer meer samen optrekken.
Er wordt een periode mee afgesloten
waarin de verhoudingen wat waren
bekoeld.”
“Een punt van zorg op onderwijsge-
bied is overigens dat de instroom van
leerlingen momenteel aan de lage
kant is. Hierdoor dreigt het gevaar
dat de branche te maken krijgt met
een gebrek aan goed opgeleide
medewerkers. Oplossingen voor
dit probleem moeten niet alleen
worden gezocht in een verhoogde
instroom naar de scholen, maar ook
door kappers te laten herintreden
en saloneigenaren te helpen om
hun medewerkers langer aan zich
te binden. Voor ondernemers is het
belangrijk dat zij zich van deze ont-
wikkelingen bewust zijn en uiteraard
is de ANKO daarom actief om hen
van de juiste informatie te voorzien.”
In de afgelopen maanden zijn ANKO
en de vakbonden verschillende
keren samengekomen om te praten
over een nieuwe cao voor het kap-
persbedrijf. Kunnen jullie schetsen
wat de stand van zaken is?
“De onderhandelingen zijn nog
gaande, waardoor we hier op dit
moment niet al te diep op in kun-
nen gaan. Wel kunnen we aange-
ven welke doelen de ANKO heeft
geformuleerd voor de nieuwe cao.
Een belangrijk voorbeeld hiervan is
een vergroting van de flexibiliteit.
We streven ernaar dat in de nieuwe
cao meer mogelijkheden voor flexi-
bel werken worden vastgelegd, wat
voor saloneigenaren noodzakelijk
is om arbeid af te stemmen op de
behoeften in de markt. Hierover is
nog geen overeenstemming bereikt,
maar we vertrouwen erop dat dit
binnenkort wel het geval is.”
Een ander belangrijk speerpunt in
het ANKO-beleid is een handhaving
van het lage BTW-tarief van zes pro-
cent. Wat doet de ANKO om dit in
stand te houden?
“We hebben veel persoonlijke con-
tacten met politici in Den Haag en
overkoepelende organisaties zoals
MKB Nederland. Hierdoor weten
we precies wanneer dit onder-
werp op de politieke agenda staat
en er iets dreigt te veranderen.
Momenteel is dat niet het geval.
*
Het huidige kabinet gaat zich hier
niet meer over buigen en dan is het
dus ook niet nodig om druk te zet-
ten. Als werkgeversorganisatie is het
belangrijk dat je in dit soort situaties
het juiste moment kiest om in actie
te komen, maar ook om de lobby
op een lager pitje te zetten wanneer
dit kan. De ervaring leert dat dit de
meest effectieve strategie is.”
“Op de lange termijn is het best
mogelijk dat de Europese Unie de
ambitie heeft om het BTW-tarief in
alle aangesloten landen gelijk te
trekken. Mocht het zover komen,
dan hebben wij een draaiboek
klaarliggen dat erop is gericht om
de lastenverhoging voor onderne-
mers zoveel mogelijk te beperken.
Dit is een goed voorbeeld van wat de
ANKO voor de kappersbranche kan
betekenen. Hoe sterker we als orga-
nisatie zijn, hoe beter we in staat
zijn de belangen van Nederlandse
saloneigenaren te verdedigen.”
Hoe hoger het percentage aangeslo-
ten saloneigenaren, hoe sterker de
ANKO. Veel grote kappersketens zijn
echter geen lid meer van de orga-
nisatie. Zou het om die reden wen-
selijk zijn dat in het nieuwe ANKO-
bestuur een vertegenwoordiger van
de ketenbedrijven zitting neemt?
“Het nieuw gekozen ANKO-
bestuur treedt aan in januari 2015.
Aangezien de kappersbranche zeer
veelkleurig is, dient het bestuur ook
een gevarieerde samenstelling te
hebben. Op die manier bereiken
we dat verschillende typen salon-
eigenaren zich bij onze organisatie
thuis voelen. Een andere manier
waarop we dit bereiken is met vier
beleidsadviescommissies (BAC’s) die
gevormd worden door saloneige-
naren. Zij geven ons waardevolle
informatie over problemen waar ze
in de praktijk tegenaan lopen, over
nieuwe brancheontwikkelingen en
over uiteenlopende thema’s als las-
tendruk, duurzaam ondernemen,
onderwijs, pensioenen en ga zo
maar door. Deze BAC’s leveren een
belangrijke bijdrage aan onze kennis
van de sector; ze dragen eraan bij
dat we als geen ander weten wat er
in de praktijk speelt. Het bestuur van
een branchevereniging moet er altijd
voor waken om niet in een ivoren
toren terecht te komen, waardoor je
je teveel op het papierwerk focust
en eigenlijk niet meer weet waar-
aan ondernemers behoefte hebben.
De BAC’s helpen dit te voorkomen
en zijn alleen om die reden al bij-
zonder waardevol.”
Meer informatie:
ANKO
Tel. (035) 5280200
I
N T E R V I E W
J
A N
F
R A N S S E N
& R
O B
V
O S
De onderhandelingen tussen de ANKO en de vakbonden om te komen tot
een nieuwe cao voor het kappersbedrijf zijn in volle gang. Verder wordt er in
januari 2015 een nieuw gekozen ANKO-bestuur geïnstalleerd en zijn er dit
jaar door de branchevereniging belangrijke resultaten geboekt op het gebied
van onderwijs. Vaktijdschrift De Kapper was benieuwd naar de laatste stand
van zaken en hield daarom een interview met ANKO-voorzitter Jan Franssen
en ANKO-directeur Rob Vos, waarin zij een toelichting geven op deze onder-
werpen.
Waakzaamheid is echter geboden gezien de actuele discussie
over herzieningvan het belastingstelsel
▴
Jan Franssen en Rob Vos: “De kappersbranche is zeer gevarieerd en kent veel
verschillende soorten ondernemers. Juist daarom is het belangrijk dat het nieuwe
ANKO-bestuur een gevarieerde samenstelling heeft. Op die manier bereiken we dat
verschillende typen saloneigenaren zich bij onze branchevereniging thuis voelen”
*
“In de nieuwe cao gaan we voor
meer flexibiliteit en meer ruimte
om te kunnen ondernemen”
